
Annemarie Oosterink met haar ouders Willy en Mini Oosterink die decennia lang in de winkel te vinden waren. Foto: Mirjam Rensink
Drogisterij Oosterink in Zelhem viert negentigjarig bestaan
Economie ZelhemZELHEM – Negentig jaar geleden begon de oma van Annemarie Oosterink een drogisterij in het pand aan de Stationsstraat waar nu nog steeds Drogisterij Oosterink is gevestigd. Het bedrijf werd in 1970 voortgezet door de tweede generatie: Willy Oosterink en zijn vrouw Mini Oosterink-Jansen. Sinds 2003 zit Annemarie in de zaak en de hele maand oktober vieren ze het jubileum van de winkel die al 90 jaar deel uitmaakt van Zelhem.
Door Mirjam Rensink
“Het was voor mij geen langgekoesterde jeugddroom om de winkel over te nemen”, vertelt Annemarie. “Ik zag vroeger altijd hoe druk mijn ouders met de winkel waren en ik was ook altijd het meisje van de winkel. Ik wilde iets anders gaan doen, ik ben weggegaan uit Zelhem. Ik ging levensmiddelentechnologie studeren en had een heel ander plaatje in mijn hoofd.”
Ook Willy en Mini hadden totaal niet verwacht dat de winkel in de familie bleef. “Annemarie had een leuke studie gedaan, een fijne baan, een gezin, daar waren we blij om”. blikt Mini terug. “Toen ze zei dat ze wel in de winkel wilde dacht ik meid waar begin je aan?”
Willy en Mini hadden in 1970 weinig keus of ze in de familiezaak wilden. “Ik had de fotovakschool gedaan”, vertelt Willy, “en ik wilde graag industrieel fotograaf worden. Mijn ouders hadden een schilderszaak en drogisterij. Mijn vader werd ziek en daardoor werkte Mini al een dag in de zaak om te ervaren of ze dit wel leuk zou vinden. We trouwden in 1970 en mijn vader overleed in september van dat jaar. Hierdoor ontstond een moeilijke situatie, omdat er in dat jaar ook een grote verbouwing had plaatsgevonden waarna mijn ouders verhuisden naar een nieuw appartement en wij boven de zaak gingen wonen. Gedurende de verbouwing van de bovenverdieping sliepen we alleen daar en gingen eten bij mijn moeder tot de bovenwoning klaar was. De winkel was inmiddels verbouwd, waarin een aparte fotohandel werd opgenomen. Naast het drogisterijdiploma had ik de fotovakschool gedaan voor de verkoop van fotoartikelen. Het plan was om later de industriefotografie in te gaan. Hier is niets meer van gekomen, omdat het hard werken was met weinig tijd voor andere dingen. Mini had naast haar drogisterijdiploma ook het diploma voor schoonheidsspecialiste behaald en had op de bovenverdieping haar schoonheidssalon. Al met al was dit een enerverende tijd, waar we nooit spijt van hebben gehad.”
Betonmolen
De verbouwing van 1970 was niet de laatste, bijna iedere vier jaar was er wel een kleinere of grotere verbouwing. “Het lijkt wel of ik niet gelukkig ben zonder een betonmolen in huis”, lacht Willy. “Maar de tijd vroeg steeds om aanpassingen en dat hebben we geprobeerd zoveel mogelijk te doen. Als ik bedenk dat begin jaren ‘70 nog het ‘pamperloze’ tijdperk was, toen verkochten we veel luierbroekjes in alle soorten en maten. Hiervoor kwam zelfs een speciale vertegenwoordiger langs. Het was trouwens niet mijn favoriete afdeling”, zegt Willy.
Hoeveel uur ze per week in de winkel staken hebben Willy en Mini zich nooit afgevraagd. “Je moet het met liefde doen”, zegt Mini, “en hoeveel tijd het dan kost, maakt dan helemaal niet uit. Ik richtte ’s avonds de etalage opnieuw in, dat vond ik leuk, dat voelde niet als werk.” Het echtpaar was er ook altijd als iemand in het dorp een probleem had. “Soms kreeg een kind luizen in het weekend of ’s avonds als de winkel al gesloten was of waren ze een fopspeen kwijt... Dan belden mensen bij ons aan en dan haalden we wat ze nodig hadden. Dat vonden we helemaal niet erg, we hielpen iedereen graag.”
Gezin
Mensen bellen ’s avonds niet meer aan voor hulp maar druk is Annemarie nog steeds met de winkel. “Ik heb het geluk dat ik een hele goede man heb, Barry, die helemaal achter mij staat en twee dochters die het ook prima vinden dat ik zoveel in de winkel te vinden ben. Anders had ik het ook niet kunnen doen. Soms komen de meiden naar de zaak en pakken we gezellig samen dozen met voorraad uit. Maar verder hebben ze andere interesses en dat is ook prima. Ik verwacht of hoop helemaal niet dat ze de zaak gaan voortzetten. Maar je ziet aan mij, het kan veranderen. Toen ik een andere baan had zag ik dat er overal voor- en nadelen aan kleven. Ik vond het werk in de winkel altijd al leuk en heb vroeger ook vaak meegeholpen op zaterdagen en in de vakanties. Ondertussen had ik mijn drogisterijdiploma gehaald zodat ik in de weekenden en in vakanties kon bijspringen. En ik werd steeds enthousiaster.
Ik heb mijn ouders geloof ik wel overvallen met de mededeling dat ik de zaak wel wilde overnemen. Eerst hebben we het samen gedaan in een VOF, zo groeide ik er langzaam in en konden zij het rustig loslaten. We hebben de taken toen duidelijk verdeeld en er is nooit onenigheid geweest. Het liep heel geleidelijk. De winkel is mijn hele leven al een deel van mij dus het voelde heel natuurlijk om er te zijn.
En nu ik er werk merk ik dat het helemaal niet erg is om er steeds mee bezig te zijn. Iets was mij als kind vreselijk leek. Ik ben blij als ik in de winkel ben. Ik vind het mooi om steeds mee te bewegen met de markt, nieuwe producten te introduceren, kijken wat mensen nodig hebben. Ik heb bijvoorbeeld net een HBO-studie orthomoleculair therapeut gevolgd, ik wil me dus nog meer gaan verdiepen in voeding en aanvullingen op voeding in de winkel. Ik merk dat daar behoefte aan is en ik vind het zelf ook heel interessant omdat het in het verlengde van mijn studie levensmiddelentechnologie ligt.
Kennis is in onze winkel heel belangrijk, samen met een fijn team medewerksters hebben wij regelmatig bijscholing en cursussen. Dat maakt het werk alleen maar interessant en leuk zodat we de klanten zo goed mogelijk kunnen adviseren.”
Huisstijl
De huisstijl is na jaren veranderd, en de nieuwe kleuren prijken op de gevel, naast de gaper die er al decennia staat. Verder is ook alles veranderd in de winkel aan de Stationsstraat in de afgelopen negentig jaar. Maar ook weer niet. De sfeer die oma Oosterink 90 jaar geleden introduceerde in de winkel hangt er nog steeds, vriendelijkheid, tijd voor advies en een praatje en betrokkenheid. “In die sfeer ben ik opgevoed door mijn ouders”, zegt Annemarie, “en zij weer door hun ouders, het hoort bij ons, bij onze winkel. Dat is wie wij zijn.”