Illustratie: Marc Weikamp
Illustratie: Marc Weikamp

Gerdy van de Graaf werd hier niet geboren, maar is hier wel geworteld

Maatschappij

ACHTERHOEK - In Boeren, Burgers en Buitenlui spreken we met inheems, import en idealist over hoe het leven in de Achterhoek is. We evalueren en fantaseren en Marc Weikamp zal illustreren, omdat de regio er is om te eren. Deze week een gesprek met Gerdy van der Graaf, ze schrijft en maakt muziek; in portretten van woorden en noten. Daarnaast is ze zo verknocht aan het dorp waar ze op haar 17de kwam wonen, dat ze er een lied over schreef. ‘Hummelo’: “Ik ben er niet geboren, maar daar voel ik me thuis.”

Door Eva Schuurman

Gerdy praat zoals ze zingt; lyrisch, klein, verguld en hoopgevend. Wanneer ze vertelt dat haar moeder thuis het grote gezin bij onvrede met haar zangstem tot rust maande, begrijp ik haar medicijn; je transformeert elke sfeer als je muzikaal kunt zijn. “Mijn 92-jarige moeder zingt nog steeds, tweemaal per week neem ik haar mee uit rijden en dan zingt ze de hele tijd. Ze is een bron van vreugde voor zichzelf en mij.” In gedachten zie ik ze rijden, “We noemen het de ‘Tour d’Hummelo’ en iedereen zwaait naar ons; daar gaat mevrouw Dun van de Zelhemseweg.”

“Dit onderwerp, deze streek, is me zo dierbaar”, spreekt Gerdy zowel zacht als enthousiast. Vanuit Stadskanaal gekomen, woonde ze er bebost en buitenaf. Het bleek een hele overgang voor een tiener uit VWO5. Toch, de manier waarop ze op de middelbare school in Doetinchem werd onthaald, stond gelijk aan alle open armen die ze in de Achterhoek trof. “Het was meteen super knus; ik werd overal uitgenodigd en het zusje van Bennie Jolink was mijn lieve vriendinnetje, maar na een half jaar sloeg het noodlot toe.” Op de weg van werk naar thuis, verongelukte haar vader. “En dan is er hier een oer-wet”, zegt ze dankbaar. “Wanneer de grond onder je voeten zakt, gaan ze een stapje harder lopen zodat je niet verdrinkt in het moeras.” Dus waren er armen en was er draagkracht, waren er broodjes en bijstand. ‘Burenhulp is regel als je ziek bent, als je trouwt, samen wordt gezopen en gelachen en gerouwd.’ “Hoe die mensen ons hebben opgevangen en bijgestaan, op allerlei manieren, dat heeft eigenlijk mijn leven veranderd.”

Wanneer de grond onder je voeten zakt, gaan ze een stapje harder lopen zodat je niet verdrinkt in het moeras

‘Als we met de ogen van de liefde konden kijken, zagen we geen fouten en spoken op de muur.’ Zomaar een dichtregel van Gerdy, een liefdevolle zin die aansluit bij hoe de Achterhoek haar hielp naar het leven te kijken. “Als je vanuit een warme plek kijkt, dan zie je dat iedereen onveranderlijk mooi is.” Goed, zoiets klinkt misschien wat fladderig voor wie meestal in de modder staat, maar Gerdy legt uit waarom het wel degelijk over de Achterhoeker gaat: “De mensen zijn hier één en al gemeenschap! Het geheel staat op de eerste plek, niet wie zij zelf denken te zijn of vinden te moeten zijn ten opzichte van de ander. Ze eren de bouwstenen die maken dat ze allemaal verbonden zijn.” Het vangnet dat die wetenschap vormt, doet haar ineens denken aan de bloemist in Keijenborg. “Jolanda draagt al het lief en leed van het dorp, ze is het hart van onze gemeenschap. De mensen laten elkaar hier niet in de steek als het moeilijk wordt.”

Dus toen destijds voor het ouderlijk gezin van Gerdy van der Graaf de wereld leek dicht te gaan, werd ie tegelijkertijd geopend door het vangnet dat zich daar vormde; zodat ze niet meer het gevoel had te vallen, maar zacht te landen. De verbinding die ze daar heeft gevoeld is een leidmotief in haar leven geworden. “Het gaat dwars door alles heen, zo’n buurman die met een pet op - laag, net boven de ogen - na de kerkdienst even onder zijn klep door kwam kijken bij mijn moeder.” Het maakt dat je ergens allemaal familie wordt, vanuit die verbondenheid. “Dan stromen mensen in- en mee, daarom staan die deuren altijd open.”

Toch stroomde ook Gerdy langzaam verder, want de liefde bracht haar overal en nergens. “Ik ontmoette Rob toen ik in Groningen woonde, hij werkte in Den Haag en we verhuisden naar rustig Wassenaar. “Daar hadden we buren met bewegende hekken.” Buren die ze niet uit kon leggen dat ze aan een zandweg verkoos te wonen, in Keijenborg. Waar de mensen je groeten. “Daar word ik blij van! Hier groet zelfs iedere puber terug, of eerst!” In Wassenaar werd haar verhuizing door sommigen als ‘culturele zelfmoord’ gezien, maar Gerdy verwondert zich juist om hoe de Achterhoek de artistiekste dingen laat zien: “Mensen praten hier met ganzen! Of ze komen voorbij in Oost-Duitse Trabantjes.” En ja, er wordt ook veel waarde gehecht aan tradities, maar dat zorgt er tegelijk voor dat haar moeder in zorgcentrum ‘Hyndendael’ zo warmhartelijk wordt verzorgd dat “je adem ervan stokt”.

Ook moeder Mies stroomde eens verder richting liefde, al hoefde ze er het dorp niet voor uit. “Dominee Dun, op zijn fiets. De Bourgondiër met dikke buik en bolle wangen. Hij sprak de mensen moed in op de preekstoel en zong met bulderende stem alle psalmen en gezangen mee, die man was zo levensblij.” En dat hoopvolle in combinatie met het geschetste postuur doet me denken aan hoe Gerdy de mens met zijn omgeving vergelijkt: “Ik vind de Achterhoeker op het coulisselandschap lijken; die zachte glooiing, dat meebewegen, de ruimte die ze laten.” En dan lijkt ze haast zingend door te praten, over hoe ze buurt maakte: “De buurman kwam aanfietsen met een haan, want we hadden drie kippen.” En de buurt kocht twee walnotenbomen voor in de wei. “Eva”, zegt ze blij. “Je wil niet weten met hoeveel zachtheid die buurman, met zijn knoestige handen, de kwetsbare wortels in onze aarde uitspreidde, ik had het gevoel dat deze man mij in de Achterhoek wortelde. Ik ben hier niet geboren, maar wel geplant.”


Illustratie: Marc Weikamp

8 keer 8erhoeks met Gerdy van der Graaf

Favoriete plek in de Achterhoek:
“Het huis waar ik woonde aan de Zelhemseweg 6; ‘de Vossenplaats’. Als ik daar langsrijd, dan is het nog steeds mijn huis. Het is 45 jaar lang door de familie Juch bewoond; mijn familie. Dat blijft voor altijd thuis, met die mooie roodgele luiken, zo’n schoonheid. ‘M’n Oldershuus.’”

Mooiste bedrijf/organisatie in de Achterhoek:
“’Fit-art’ in Gelselaar, het is een organisatie die probeert ouderen/senioren op zo’n manier activiteiten te bieden dat ze aan een tweede leven beginnen; ze kunnen ontwikkelen, groeien en weer volop gaan leven. Dat is iets waar ik heel enthousiast van word, dat je - buiten het geijkte mensen aanspreken op hun kunstenaarsziel - ze net zolang uitdaagt en de ruimte geeft die aanzet tot bloeien. Dat is zo vernieuwend, dat heeft de Achterhoek ook.”

Mooiste gebouw in de Achterhoek:
“De oude pastorie van Hummelo aan de van Heeckerenweg, daar woonde mijn oom Frans; de dominee Dun. Als ik daar langsrijd dan zie ik zijn gezicht in dat huis, zijn hoofd tot en met zijn schouders. ‘Ik zie er z’n gezicht nog in de late avondzon, het was er eentje die van God nog glimmen kon.’

Meest inspirerende Achterhoeker:
‘Naomi Heeg-Wilsterman, mijn juffie van de Zumba. Ze is van Surinaamse afkomst, komt uit Huissen en woont in de Velswijk. Die vrouw is een wandelende zon op pootjes, ze houdt van iedereen in de les. Ze heeft een bron van levensvreugde in zich die voortdurend overloopt. Als ik haar zie, dan ben ik gelukkig. Ze is een anker en een voorbeeld, je ziet haar en je bent meteen alles vergeten.”

Favoriete Achterhoekse artiest/kunstenaar:
“Maria Woerde, ze komt uit ‘s-Heerenberg en woont in Doetinchem. Ze is een pianiste met enorme stilte, diep vanbinnen; daar komt al haar muziek uit voort. Die binnenkant, die diepte, die ontroert mij iedere keer weer als ze speelt. Zij speelt met ensembles, zangers en koren op allerlei niveaus. Zij is een begeleider die in dienst is van de diepe intentie van de muziek, maar ook van de zanger. Als ik een hele regel oversla, vangt ze dat bijna naadloos op. Ik ben volledig veilig, ze is zo waakzaam en alert, zo afgestemd op haar- en mijn hart. Vanuit de hele diepe verbinding met muziek.”

Lekkerste Achterhoekse gerecht/drank:
“Mijn hele gezin is dol op de Doesburgse mosterdsoep van ‘de Gouden Karper’, ‘De Krent’ is ons favoriete restaurant; Men heeft daar – ondanks corona, lockdown, hoge energierekening en personeelskrapte - een eigen visie op gastvrijheid waar men aan vasthoudt.”

Mooiste Achterhoekse lied:
“’Oerend hard’ is altijd het mooist gebleven, het is voor mij verbonden aan de tijd dat ik zelf door Hummelo fietste en aan de motoren die heel hard door de Zelhemseweg reden; dat lied ging over mijn dagelijkse omgeving en deed me begrijpen dat die motoren deel uitmaken van de Achterhoekse ziel.”

Mooiste Achterhoekse uitdrukking:
“Ik hoor het heel vaak en soms wacht ik er zelfs al op: “Da he’j goed”. Die zin geeft een stukje wind in de rug. Het getuigt van zo’n wijsheid, want geef die ander gewoon een duwtje. Gun diegene dat.”


Pierre et Gerdy, duo dat het Franse chanson speelt en zingt; de Achterhoek is voor hen ‘une petit France’. Foto: Flip Juch

Bent u of kent u een goede kandidaat voor deze rubriek? Meld dit dan bij redactie@achterhoeknieuws.nl

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant