Renske Tankink (links) en Monique Ruesen van de Dorpskamer, die na Steenderen en Vorden nu ook in Hengelo opent. Foto: Luuk Stam

Renske Tankink (links) en Monique Ruesen van de Dorpskamer, die na Steenderen en Vorden nu ook in Hengelo opent. Foto: Luuk Stam

Hengelo krijgt Dorpskamer in bibliotheekpand

Maatschappij Hengelo Steenderen Vorden Zelhem

Ontmoetingsplek is vanaf deze week officieel geopend.

Door Luuk Stam

HENGELO – Een laagdrempelige inloopvoorziening waar iedereen – jong en oud – welkom is voor een bakje koffie en een praatje. En daarnaast een plek van waaruit afhankelijk van de vraag van bezoekers activiteiten zoals sjoelen, knutselen of gezamenlijk eten kunnen worden opgestart, dat is de Dorpskamer. In Steenderen en Vorden is sinds begin dit jaar al zo’n ontmoetingsplek te vinden, vanaf deze week heeft ook Hengelo een Dorpskamer. Die opent op maandag 2 oktober in het pand van de bibliotheek aan de Sterreweg en is vanaf dan iedere maandag (9.00 tot 16.00 uur) en donderdag (9.00 tot 12.00 uur) geopend.

Het initiatief komt over vanuit Doetinchem, waar al in 2015 de Stadskamer ontstond als een voorliggende inloopvoorziening waar mensen zonder indicatie terechtkunnen. Het geheel kreeg ondersteuning van de gemeente Doetinchem. Al snel bleek dat er ook bezoekers vanuit omliggende gemeenten naar de stad kwamen. Inmiddels is het project daarom ook opgepakt in de gemeenten Oost Gelre, Montferland, Berkelland en nu dus in Bronckhorst, waar vanwege de uitgestrektheid van deze gemeente vier Dorpskamers gerealiseerd worden. Na Steenderen, Vorden en Hengelo zal volgend jaar ook Zelhem zo’n plek krijgen.

Vanuit de vraag
In Hengelo zal Renske Tankink het vertrouwde gezicht in de Dorpskamer worden. Samen met Monique Ruesen was zij ook al nauw betrokken bij de opzet van de ontmoetingsplekken in Steenderen en Vorden. De ervaring daar: het opstarten kost even tijd, maar als mensen de kamers eenmaal weten te vinden, ontstaan er mooie dingen. Die opstarttijd is inherent aan de werkwijze. “Want wij werken vanuit de vraag: wat leeft er in de maatschappij?”, verklaart Ruesen. “Niet zoals het vroeger vaak ging: wij hebben deze activiteiten, dit bieden we aan. Nee, wij doen het net andersom. Dat moet groeien, maar dan kun je wel kijken naar: wat wil jij? Waar heb jij behoefte aan? Wat vind jij leuk om te doen?”

Zo bleek er in Vorden een grote behoefte om gezamenlijk te eten. Daarom is er nu iedere week een middag met soep en is er één keer in de maand een maaltijd, waarbij mensen tegen een kleine vergoeding kunnen aanschuiven. Daarbij is het inloopkarakter van de Dorpskamers niet altijd even handig. “Want bij ons mag iedereen zelf weten of, wanneer en hoe lang hij of zij komt”, zegt Ruesen. “Dus dan wisselt de grootte van de groep ook”, vult Tankink aan. “De ene keer zijn we met een man of twaalf, de andere keer met vijf, dan blijft er ook weleens wat soep over.” Ruesen: “Maar dan merkt iemand bijvoorbeeld op dat een vaste bezoeker er niet is omdat zijn vrouw ziek ik. En dan zo van: ‘Ik breng het wel even bij hen langs’. Je ziet een netwerk om mensen heen ontstaan.”

Verbinding
In Hengelo behoort een soepmiddag ook tot de mogelijkheden, een kookplaatje is al aangeschaft. Een sjoelbak staat eveneens al klaar. “Maar alleen al het idee dat je ergens binnenkomt waar mensen je kennen, waar je jezelf welkom voelt, gezien en gehoord wordt, dat doet al heel goed”, stelt Ruesen. “Hopelijk ontstaat dat straks hier in Hengelo ook. Wij creëren de plek, wij zijn er, maar wij willen het liefst dat mensen elkaar vinden.” Tankink knikt: “De verbinding tussen mensen zien ontstaan, dat is het mooist, daar doen wij het voor.”

Evert Blaauw (GBB), die als wethouder in Bronckhorst zorg, welzijn en armoedebeleid in zijn pakket heeft, is blij dat er nu ook in Hengelo een Dorpskamer opent. “Zo’n ontmoetingsplek voor onze inwoners kan bij heel veel dingen helpen”, stelt hij. “Als jij je niet lekker voelt, kun je naar de dokter gaan en zeggen: ik wil een pilletje. Terwijl het misschien wel zo is dat jij helemaal geen pilletje nodig hebt, maar dat jij jezelf eenzaam voelt, dat je op zoekt bent naar een gesprek en een plek waar jij je verhaal kwijt kunt. Nu kan zo’n dokter zeggen: misschien is het een idee om eens een Dorpskamer binnen te lopen?”