Afbeelding

Flessenactie

Opinie

De deurbel ging. Voor de deur stond een jongen van een jaar of 12. Samen met een stel vriendjes en vriendinnetjes was hij deze namiddag bezig om statiegeldflessen op te halen. ‘Voor Turkije’, zei hij erbij. Dat behoefde geen verdere uitleg. Bij de buren stond ondertussen een vriendinnetje voor de deur, waarschijnlijk ook een klasgenote, een huis verderop een vriendje. De jongen die bij ons de flessen op kwam halen, had even hiervoor de taken goed verdeeld. ‘Niet met z’n allen naar één huis’, sprak hij tot de anderen. ‘We verspreiden ons over de huizen.’

Allemaal met het idee om zo snel mogelijk zoveel mogelijk flessen en dus zoveel mogelijk geld op te halen. De actie verliep voorspoedig, zo was te zien in de kar achter de skelter waarop de jongen reed. Die was al volgeladen met lege frisdrankflessen. Ze dansten op en neer terwijl de kar over de straatklinkers denderde. De jongen stevig trappend. Veertig, vijftig, zestig flessen achter zich aan. Keer 25 cent, rekende ik snel. Deze actie – hoe klein ook – zou in een rap tempo een mooi bedrag bij elkaar brengen. 

Aan het enthousiasme van de kinderen te zien, was dit ook zeker niet de laatste kar vol flessen die ze bij één van de supermarkten in het dorp zouden afleveren. Een gedrevenheid die was ingegeven door de vele vreselijke beelden die de afgelopen weken tot ons allemaal kwamen. Beelden van ingestorte gebouwen, van mensen onder het puin, van wanhopige overlevenden, kinderen ook, die vele geliefden waren verloren. Kunnen we iets doen? Dat moet ook op het schoolplein de vraag zijn geweest. ‘Ik pak de skelter met de kar, gaan jullie mee?’ En dan: ‘Ja, natuurlijk!’

Terwijl dit prachtige initiatief door de straat trok en ook de buren in de schuur op zoek gingen naar flessen, moest ik denken aan een verhaal van schrijver en columnist Özcan Akyol, die in de krant schreef over het karakter van de mensen in het Turkse gedeelte van het aardbevingsgebied. ‘Eus’ – kind van Turkse ouders – wees op het feit dat de Turken geen homogene gemeenschap vormen, dat er in de volksaard heel wat onderlinge verschillen te vinden zijn. Zoals ook niet elke Nederlander hetzelfde is. Een Fries, een Zeeuw en een Brabander hebben elk hun eigen karakter. Een Achterhoeker verschilt van iemand uit ’t Gooi. 

De mensen in en rond zwaar getroffen steden als Gaziantep beschreef Eus als bourgondisch, uitblinkend op het vlak van kunst en cultuur, trots en krachtig. Met name dat laatste gaf hoop. Bij rampen van een omvang als deze is volgens deskundigen de veerkracht van mensen doorslaggevend als het gaat om wederopbouw. Daarbij kan elk stukje medemenselijkheid van buitenaf helpen. ‘En acties hoeven niet groots en meeslepend te zijn’, zo stelde Eus. Wat hij bedoelde: elke dansende statiegeldfles in de kar van een skelter is er één. Een kleine actie, maar oh zo hartverwarmend.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant