Hengeloërs Wesley Ankersmid (links) en Hessel Lubbers kijken uit naar de wegraces op de Varsselring op zaterdag 6 en zondag 7 mei. Het is voor het eerst in bijna twintig jaar dat er weer twee Hengelose deelnemers aan de start staan, destijds waren dat Torleif Hartelman en Tonny Wassink. Foto: Luuk Stam

Hengeloërs Wesley Ankersmid (links) en Hessel Lubbers kijken uit naar de wegraces op de Varsselring op zaterdag 6 en zondag 7 mei. Het is voor het eerst in bijna twintig jaar dat er weer twee Hengelose deelnemers aan de start staan, destijds waren dat Torleif Hartelman en Tonny Wassink. Foto: Luuk Stam

Thuisrijders smachten naar de wegraces in Hengelo

Sport Hengelo

HENGELO - Met Hessel Lubbers en Wesley Ankersmid staan er op 6 en 7 mei voor het eerst sinds jaren weer twee Hengeloërs aan de start van de wegraces op circuit de Varsselring. 

Door Luuk Stam

Vanuit heel Europa komen de coureurs komend weekend weer naar Hengelo, maar op de deelnemerslijsten is er naast het grote aantal nationaliteiten nog iets dat opvalt: voor het eerst in bijna twintig jaar staan er weer twee Hengeloërs aan de start. In de Supersport-klasse van de BeNeLux Trophy – met races op zaterdagmiddag en zondagochtend – zullen zowel Hessel Lubbers (54) als Wesley Ankersmid (34) in actie komen. Voor Lubbers wordt het de tweede keer, hij was er tijdens de races van vorig jaar voor het eerst bij. Zijn dorpsgenoot Ankersmid had een jaar geleden nog nooit op een racemotor gezeten, nu maakt hij na heel wat intensieve maanden van voorbereiding zijn debuut op de Varsselring. 

Voor zoveel lokale inbreng moeten we terug naar de jaren rond de eeuwwisseling, toen er met Torleif Hartelman en Tonny Wassink jaarlijks twee lokale helden over het circuit raasden. Die laatste is nu samen met zijn zoon Arno teambaas van het team Performance Racing Achterhoek met rijders Virgil-Amber Bloemhard, Jorn Hamberg en Ilja Caljouw, die uiteraard in Hengelo aan de start staan. Ook ‘kind van de Varsselring’ Joey den Besten – woonachtig in Borculo – is dit raceweekend van de partij. Ankersmid en Lubbers beseffen dat zij met de lokale inbreng voor nog net iets extra’s zorgen. “Dat brengt wel wat spanning met zich mee”, stelt Ankersmid. Lubbers ervaart die druk minder: “Ik denk dat mensen vooral de kop van de wedstrijd zien, daar zullen wij niet rijden.”

Sfeer eromheen
De twee zijn niet bezig met een uitslag. ‘Lekker rijden’ en ‘plezier maken’ zijn woorden die meermaals langskomen als de Hengeloërs op verzoek van deze krant vooruitblikken naar de races. Minstens zo boeiend is het om terug te kijken op de ervaringen die ze al opdeden in hun nog prille motorsportcarrières. Voor Lubbers was zijn deelname op de Varsselring vorig jaar daarin een absoluut hoogtepunt. “Dat gevoel was ongelofelijk”, vertelt hij. “Het circuit is gaaf, maar die hele sfeer eromheen, de gezichten van bekenden langs de kant. Zelfs vanaf de motor zie je dat iedereen enthousiast is, dat maakt het heel bijzonder. En ik had thuis beloofd dat het eenmalig zou zijn, maar nu zijn we een jaar verder, ik kan het nog en het is zó mooi.”

Waar Lubbers voordat hij een deelname aan de races in Hengelo aandurfde eerst drie jaar ervaring opdeed in cursussen, trainingen en in races in opstapklassen op het circuit van Assen, stoomde Ankersmid zich binnen een jaar klaar voor zijn debuut op de Varsselring. Hij maakte eveneens heel wat kilometers in Assen en op circuits in België en Spanje, allemaal met maar één doel. “Hengelo, Hengelo, Hengelo”, zegt de dertiger stellig. “Hier meerijden, dat zit al een heel lange tijd in m’n hoofd. Ik sta er ’s ochtends mee op en ik ga er ’s avonds mee naar bed. En als ik Hessel zo hoor praten, dan word ik alleen maar nóg enthousiaster.”

Drie vrienden
Even een stukje terug. Want dit enthousiasme ontstond bij Ankersmid – in zijn jeugd was hij jarenlang motorcrosser – op een verjaardag, begin vorig jaar. Hij en twee van zijn Hengelose vrienden bedachten het plan om elk een racemotor te kopen. Het doel: samen deelnemen aan de wegraces op de Varsselring in 2024 of 2025. Ze kochten alle drie een Yamaha R6, gingen samen naar de eerste circuitdagen in België en in Assen en raakten ondanks het feit dat het soms letterlijk met vallen en opstaan ging alle drie enthousiast. “Maar toen werd het winter”, vertelt Ankersmid. “In Nederland konden we niet meer rijden, maar ik had net de smaak te pakken. En ik had ergens in mijn achterhoofd: misschien is Hengelo in 2023 al wel haalbaar.”

Zijn twee vrienden bleven bij hun oorspronkelijke plan en lieten hun motoren afgelopen winter in de schuur staan, maar Ankersmid schakelde een flinke tand bij. Hij zocht naar trainingsmogelijkheden en kwam uit in Zuid-Spanje. Op het circuit van Cartagena werkte hij ondersteund door twee van de monteurs uit zijn motorcrosstijd een zonovergoten trainingsweekend af. Met alsmaar betere rondetijden, die ook dorpsgenoot Tonny Wassink zag. Daarop kreeg Ankersmid de vraag of hij er geen oren naar had om begin dit jaar met het raceteam van Wassink mee te gaan trainen, weer in Spanje, dit keer op het circuit van Aragon. 

Daar beleefde Ankersmid – in het dagelijks leven bouwondernemer – opnieuw een zeer succesvol trainingsweekend, waarin hij zichzelf meermaals verbeterde. Dat het weekend eindigde met een schuiver en een beschadigde motor deed aan dat goede gevoel niks af. De dertiger hakte de knoop door: hij schreef zich in voor de wegraces in Hengelo. Inmiddels telt hij de dagen af. Komend raceweekend krijgt de debutant naast de steun van zijn eigen monteurs ook hulp van Tonny Wassink, die zijn dorpsgenoot een plek in de tent van zijn team biedt. “Dat is echt heel fijn”, zegt Ankersmid. “Ik ben onervaren, Tonny loopt al meer dan 25 jaar mee in deze wereld. Hij kijkt mee wat wij doen, wij luisteren naar hem.”

Sensatie van snelheid
Terwijl Ankersmid vol passie vertelt over zijn avonturen, zit die andere Hengelose coureur zichtbaar te genieten. “Ik vind het heel knap dat Wesley dit in één jaar voor elkaar krijgt”, aldus Lubbers, die eveneens ondernemer is, hij heeft al jaren zijn eigen beddenzaak. Ook hij was in zijn jeugd motorcrosser, maar vervolgens ging er veel tijd op aan de zaak. Via een vriend kwam de vijftiger in aanraking met motorracen. “Hij reed in Assen, ik ben een keer gaan kijken en ik dacht: dit is gaaf. Dit kan ik ook. En dit wil ik ook. Die hele sensatie van snelheid, zo hard gaan en toch de controle hebben over die pk’s en over de motor, dat vind ik zo mooi. Die bochten, hard erin, knie op het asfalt, hard er weer uit, dat voelt fantastisch.”

In de aanloop naar z’n eerste deelname in Hengelo volgde Lubbers onder meer circuittrainingen onder leiding van voormalig topcoureur Kevin Valk op een circuit in Frankrijk. “Daar heb ik ook echt leren racen”, blikt de nu 54-jarige terug. “Bij racen is het of het gas vol open, of het gas dicht en remmen. Maar niet de motor uit laten rollen voor de bocht, daar verlies je veel te veel tijd mee. Dat wil niet zeggen dat je per se heel veel risico’s moet nemen, ik anticipeer enorm. Begrijp me niet verkeerd: ik ben heel competitief ingesteld en zolang het fair gebeurt, vecht ik voor elke plek, maar ik rijd voor mijn plezier. En qua rondetijden: ik zit denk ik wel op mijn top. Wesley kan in mijn ogen nog heel erg groeien.”

Racelicentie
Voor Ankersmid is er wat betreft de deelname in Hengelo nog een heel klein voorbehoud. Hij haalde pas op Koningsdag (27 april) in Zandvoort zijn officiële racelicentie. Nu is het hopen dat al het papierwerk op tijd in orde komt. “Daar zitten we bij de motorsportbond al weken bovenop dus ik ga er volledig vanuit dat dit goedkomt”, zegt de dertiger, wiens vrienden hem komend weekend uiteraard zullen komen aanmoedigen, twee van hen helpen mee als monteur. Of er volgend jaar drie of misschien wel vier lokale helden aan de start zullen staan? “Dat zou zeker kunnen”, zegt Ankersmid. “Bij mij is het ineens heel snel gegaan, maar de twee anderen hebben die ambitie ook nog steeds.”

Dan toch nog even over de doelstellingen. Lubbers eindigde vorig jaar als elfde van in totaal ruim dertig deelnemers. “Daar was ik heel blij mee”, vertelt hij. “Maar mijn belangrijkste doel is erop blijven zitten, finishen.” Ankersmid knikt, voor de debutant is het sowieso lastig in te schatten. “Je kent het circuit vanuit de auto, van het fietsen en het hardlopen, maar met de motor is alles anders.” Lubbers: “Je moet vanaf nul beginnen, je rempunten zoeken.” Ankersmid: “Daarom. Kwalificeren, mee mogen doen aan de races, dat zou al geweldig zijn. En dan heelhuids finishen, dat is het doel. Zodat we op zondagavond met de jongens een potje bier kunnen drinken en terug kunnen kijken op hartstikke mooie dagen.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant