Kinderboekenschrijfster Sanne Rooseboom vertelt

Over inspiratie, hoe je een boek schrijft en andere tips

Door Joyce de Schepper

VARSSEVELD - “Heb je tips om boeken te schrijven?” Leerlingen van groep 5 tot en met groep 8 mochten vorige week donderdag, aan het begin van de Kinderboekenweek, vragen wat ze wilden aan Sanne Rooseboom. Boekhandel Rutgers had de schrijfster van het Kinderboekenweekgeschenk uitgenodigd om naar het Borchuus te komen. Het werd een feestelijke middag waar Sanne zich door een jong publiek liet interviewen. De schrijfster vertelde over haar boeken en maakte samen met de kinderen ter plekke van een ‘gewoon’ verhaal een (super)spannend sprookje.

Sanne Rooseboom debuteert zeven jaar geleden met ‘Jippie! Een humeurig sprookje’ en is bekend van de serie ‘Ministerie van Oplossingen’. Met haar laatste boek ‘Mot en de metaalvissers’ werd ze genomineerd voor de Woutertje Pieterse Prijs; de prijs voor het beste oorspronkelijk Nederlandstalige kinder- of jeugdboek en voor de Vlaamse literatuurprijs De Boon. Haar tiende boek is het Kinderboekenweekgeschenk ‘Ravi’, dat iedereen cadeau krijgt tijdens de Kinderboekenweek (tot en met 15 oktober) bij aankoop van een kinderboek vanaf 13,50 euro.

Meteen opschrijven
Interviewers Owen en Lynn trappen af met ‘heb je tips om boeken te schrijven?’ En die heeft Sanne. “Schrijf je ideeën meteen op. Stel, je loopt straks naar buiten en je hebt ineens een goed idee. Denk dan niet dat je het onthoudt. Echt niet, je vergeet het”, weet Sanne uit ervaring. “Dus: vertel het aan je moeder, schrijf het op in je mobiel of waar dan ook. Zelf heb ik een boekje voor als er iets misgaat met mijn computer. Nog een tip: schrijf elke dag een klein stukje, dan heb je aan het eind van de maand ineens een heel verhaal”, vertelt Sanne. “En denk je, waar haal ik iedere dag inspiratie vandaan? Nou, dat is niet iets ingewikkelds en groots dat je als een soort bliksemstraal raakt.” Wat het dan wel is? “Inspiratie is gewoon het gevoel dat je zin hebt om iets te schrijven. Enne, als het even niet lukt, maar je ziet wel de afloop van het verhaal voor je, begin dan met het eind. De rest komt later wel. Gewoon lekker schrijven als je daar zin in hebt. Dat is inspiratie.” Sanne doet trouwens ongeveer een jaar over het schrijven van een boek en werkt nu aan deel zes van de Ministerie-serie.

Kiezen
Marly en Iefke willen graag weten wat Sanne haar leukste boek vindt. “Dat kan ik niet zeggen van mijn eigen boeken”, antwoordt ze. “Je doet zo je best op elk boek en het voelt een beetje gemeen om er eentje uit te kiezen. Het voelt alsof ik dan moet kiezen uit mijn kinderen…” Wat vindt Sanne er zo leuk aan om boeken te schrijven? “Het leukste vind ik wanneer het verhaal als een film in mijn hoofd gaat spelen en dat ik weet wat er gaat gebeuren. Het verhaal kan alle kanten op en ik kan bepalen welke kant het wordt.”

Sanne laat tot slot foto’s zien van haar thuis in het kader van het thema van de Kinderboekenweek ‘Bij mij thuis’. Foto’s van Sanne als kind aan de telefoon met haar oma, van een rolschaatsende Sanne en van haar werkplek met een stapel papieren naast haar computer. “Want schrijven is ook vaak printen, veel herlezen en hardop voorlezen wat je hebt geschreven.” Bij Sanne thuis lezen haar kinderen van acht en elf jaar mee. “Als zij het grappig en spannend vinden, vind ik het goed. Als ze iets niet snappen, pas ik mijn tekst aan.”