Muzikale begeleiding van de Inspiratiebijeenkomst VK-Oost. Foto: Rob Weeber
Muzikale begeleiding van de Inspiratiebijeenkomst VK-Oost. Foto: Rob Weeber

Inspiratiebijeenkomst VK-Oost

Landbouw Borculo

BORCULO – Dat de boeren het niet makkelijk hebben, blijkt wel uit de actualiteit. Bedolven onder zich snel opvolgende regelgeving met oplopende kosten als gevolg, ziet de toekomst voor het boerenbedrijf er onzeker uit. En juist daar wringt de schoen. Het ontbreekt de (jonge) boer aan toekomstperspectief.

Door Rob Weeber

In 2014 werd op initiatief van LTO het project Vruchtbare Kringloop Achterhoek en Liemers (VKA) gestart met als doel meer kennis te vergaren over verbetering van de bodem- en waterkwaliteit door betere benutting van nutriënten, voedingsstoffen in het productieproces. Het initiatief werd een succes en voorgezet. Inmiddels heet het VK-Oost en is het project er nog steeds op gericht om ondernemers voor kringlooplandbouw en duurzaam bodem- en waterbeheer te laten kiezen. De milieueisen nemen immers toe en de agrarische sector moet meer produceren op minder grond. Slimmer, beter en efficiënter ondernemen is het devies en daar wordt hard aan gewerkt binnen het project VK-Oost in de diverse regio’s in Nederland.

Gebiedsgerichte samenwerking

In Buitencentrum Kerkemeijer organiseerde VK-Oost dinsdagavond een inspiratiebijeenkomst met het thema ‘Bodem’ gehouden voor agrarische ondernemers en bestuurders. Het was volle bak, allemaal boeren die hunkeren naar perspectief. Een van de kritiekpunten op de overheid is de benadering van landbouw en veeteelt nog steeds teveel sectoraal geregeld is, terwijl dat veel meer gebiedsgericht zou moeten zijn. Een voorpleiter voor gebiedsgerichte benadering is de Drentse boerin Giske Warringa uit Nooitgedacht. Haar bedrijf met 150 melkkoeien en115 hectare land is gevestigd nabij het Nationaal Park Drentse Aa, waar een beregeningsverbod geldt voor laagproductieve gewassen zoals gras. De streek bestaat overwegend uit zandgrond en kent naast veeteelt veel akkerbouw. Zij is onderdeel van een ruilsysteem met gewasrotatie, een systeem dat bodemerosie tegengaat, biodiversiteit bevordert, voedingsstoffen in de bodem verhoogt en plagen vermindert. Warringa’s bedrijf haalt door het gehanteerde systeem 80 procent van haar voer uit de regio.

Voor het tweede agendapunt waren de Overijsselse gedeputeerde Maurits von Martels van de BBB en de Gelderse gedeputeerde Harold Zoet, ook van de BBB, uitgenodigd. Zoet wil zich sterk inzetten voor leefbaarheid van de agrarische sector met overzichtelijke regelgeving en meer gebiedsgerichte benadering. Ook Von Martels pleitte voor meer duidelijkheid omtrent een toekomstig perspectief voor de boeren. Het gaat volgens hem om realistische en haalbare doelen voor de ondernemers. Hij is voor provinciale kaders voor de boeren waaraan ze samen met de gebiedsregisseur van de provincie zelf invulling kunnen geven. Los daarvan wees hij wel op bestaande overheidsdoelen zoals de kaderrichtlijn water, de klimaatdoelstelling en bossenstrategie waaraan de provincie niet kan tornen.

Vertrouwen in innovatiekracht boer

Er liggen miljarden klaar voor de provincie vanuit het Rijk, maar met een nieuwe formatie in aantocht vraagt Zoet zich af of het allemaal niet te lang gaat duren en of en wanneer de beloofde sommen ook daadwerkelijk op tafel komen. Maar doelen halen kan ook op een andere manier dan alleen met geld, zo liet hij weten, namelijk via meten en weten. Uitgangspunten voor maatregelen moeten niet louter vanuit de theoretische modellen komen, maar veel meer vanuit de praktijk, uitgevoerd op de bedrijven zelf. “Gelderland heeft vertrouwen in de innovatiekracht van de boeren. Ik hoef niet te zeggen wat de boeren moeten doen,” aldus Zoet.

Ook Von Martels is erg voor de inzet van eigen data. In de tijd gezien zijn de doelen voor de boeren volgens hem niet onrealistisch. Door de verzamelde data met elkaar te delen, ontstaat er perspectief en rust voor de boeren. Het gaat om realistische doelstelling vanuit de overheid waarbinnen de ondernemer zelf de keuzes maakt. “De boer is geen parkbeheerder van de overheid,” zo riep hij. Bovendien werd het volgens hem ook tijd om Brussel duidelijk te maken dat bepaalde regelgeving niet juist is.

Markenmodel

De pilot van de VK-Oost met betrekking tot het markenmodel beoogt heldere, realistische doelen en ruimte om te ondernemen. Beide gedeputeerden ondersteunden dit model, doch bepleitten ook dat andere partijen gebiedsgewijs aansluiten en mee investeren, zoals Rabobank, supermarkten en verwerkende industrie. Duidelijk is wel dat de boeren van onderop zelf aan de bak moeten, samen het toekomstperspectief in de gebieden bepalen. Den Haag en de provincies gaan dat niet doen.

BBB gedeputeerden Harold Zoet van Gelderland (l) en Maurits von Martels van Overijssel (r) zetten hun standpunten uiteen tijdens de Inspiratiebijeenkomst van de VK-Oost. Foto: Hans Leeflang

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant