Joris Nieuwenhuis zet met WK-zilver nóg een kers op de taart

Zelhemse veldrijder pakte zondag in Tsjechië zijn eerste WK-medaille bij de profs

Door Luuk Stam

ZELHEM/TABOR – Zijn winst bij het Nederlands kampioenschap vorige maand in Hoogeveen was voor Joris Nieuwenhuis (27) al een kroon op een zeer sterk seizoen, maar zondagmiddag bij het wereldkampioenschap veldrijden in het Tsjechische Tabor voegde hij daar nog een hoogtepunt aan toe. Achter de ongenaakbare Mathieu van der Poel (29) eindigde de Zelhemmer als tweede, voor het eerst in zijn carrière haalde Nieuwenhuis het WK-podium bij de profs. De Belg Michael Vanthourenhout (30) pakte het brons.

Vooraf zag Nieuwenhuis de tweede plek als het hoogst haalbare. Van der Poel startte als huizenhoog favoriet na een seizoen waarin hij vrijwel onklopbaar was. Al in de eerste ronde ging de veelvraat er ook in Tabor solo vandoor, op weg naar zijn zesde wereldtitel. Daarachter was het Nieuwenhuis die na een goede start eveneens solo één van de mooiste prestaties uit zijn carrière neerzette. “Ik heb enorm afgezien, van begin tot eind”, vertelt hij na afloop voor de camera van de NOS. “Die laatste ronden waren echt op karakter.”

Niet opblazen
In de beginfase leek Nieuwenhuis – die een aantal van zijn concurrenten voor de podiumplekken een mindere start zag hebben – nog even in het spoor te kunnen blijven van Van der Poel, al moest hij die inspanning daarna enigszins bekopen. “Ik had vooraf tegen mezelf gezegd: ik moet mezelf niet opblazen”, blikt de zilveren medaillewinnaar na de finish terug. “En wat doe ik? Ik probeer Mathieu te volgen in de eerste ronden. Na drie ronden had ik het daardoor even heel moeilijk. Gelukkig kon ik het volhouden.”

Zo pakte Nieuwenhuis in het seizoen waarin hij al meermaals ‘best of the rest’ was ook in de belangrijkste veldrit van het jaar de tweede plek achter Van der Poel. Eerder in het seizoen – toen de wereldkampioen nog afwezig was – won de Zelhemmer al drie grote wedstrijden, met de wereldbeker in de sneeuw van het Italiaanse Val di Sole als hoogtepunt. Ook bij het Nederlands kampioenschap in Hoogeveen in januari was Van der Poel er niet bij, daar pakte Nieuwenhuis de titel en de bijbehorende rood-wit-blauwe kampioenstrui.

Twee kersen
Die overwinning smaakte al zoet, de tweede plek deze zondagmiddag in Tsjechië is voor Nieuwenhuis minstens zo lekker. Met gebalde vuist in de lucht en zichtbare blijdschap op zijn gezicht komt de Zelhemmer na bijna een uur koers over de finish. “Dit is nogmaals de kers op de taart”, vertelt hij even later tegen NOS-verslaggever Han Kock. “Die had ik al, ik heb er nu twee, twee kersen op de taart. Ik ben heel blij met hoe het dit hele seizoen is gegaan.”

Ruim anderhalf jaar geleden besloot Nieuwenhuis om volledig over te stappen van het wegwielrennen naar de door hem zo geliefde cross. Al in 2017 was hij in deze discipline wereldkampioen bij de beloften (onder 23 jaar). Dat zijn overstap zó goed zou uitpakken, had de Zelhemmer vooraf niet durven dromen: “Je hebt doelen voor ogen, een idee van hoe je dat hele traject graag wil zien. Als ik het zo had uitgetekend zoals ik dit seizoen heb gereden, dan had ik mezelf op dat moment voor gek verklaard. Ik overtref mijn eigen verwachtingen.”